Crown Shyness in Generaties en Organisaties

Geboren in de jaren 70? Getogen in de jaren 80? Gestudeerd in de jaren 90? Dan ben je van de ‘Pragmatische generatie’. Een kind van de ‘Babyboomers’ en de generatie Nix. Elke generatie heeft wel een naam bedacht voor de volgende generatie. Generatie X, Y en Z hebben we inmiddels ook. En dan die Millennials. Pfoe. Wat is dat toch een gedoe op de werkvloer! Het blijft maar terugkomen. Hoe ga je daarmee om?

De namen en toelichtingen op generaties hebben 1 gemeenschappelijk element: de oudere generatie is ervan overtuigd dat het niks wordt met de jongere generatie. Ze zijn verwend en onhandelbaar en snappen niks van de wereld. De enige die dat begrijpt zijn de mensen van de eigen generatie. En ja we moeten wel met ze omgaan, zeker als ze op de werkvloer in onze teams komen. Maar eigenlijk…..liever niet.

Nu blijkt zoiets ook bij bomen voor te komen. In een bos groeien behoorlijk wat boomsoorten. Maar sommige boomsoorten houden zichzelf fysiek gescheiden van andere soorten. Dat fenomeen heeft een naam: Crown Shyness. De bomen houden netjes afstand van elkaar. Tussen de kronen ontstaan een soort luchtkanalen en die zijn bijzonder om te zien. Men denkt dat ze dit doen om zichzelf te beschermen tegen eventuele ziektes of insecten van andere bomen.

Is dat wat mensen ook doen als het gaat om generaties? En hoe zit dat met andere soorten groepen? Bijvoorbeeld als we kijken naar voetbalclubs, steden, landen, genders. Gelijkgestemden zoeken elkaar graag op. We willen elkaar ook graag beschermen. Dieren doen het ook: wolven, olifanten, dolfijnen. Het werkt niet altijd goed hoor. Vooral als we erin doorslaan gaat het mis. Arme panda’s…

Op de werkvloer ervaren teams dagelijks hoe lastig het is om met andere groepen samen te werken. Hoewel we het niet altijd doorhebben als we doorslaan in onze groeps-shyness. Tot er ernstige conflicten komen, of resultaten niet worden behaald. Situaties waarvoor heisessies, change-trajecten en cultuurprogramma’s worden ingevlogen. Alles op training, liefst nieuw jargon. En wat fysiek touwtrekken tussen teams.

Laten we nog even teruggaan naar de generaties. Mijn generatie bijvoorbeeld heeft het erg zwaar. Al zeg ik het zelf. Eerst moesten we de strikte normen en waarden van onze ouders leren. Daarna moesten we ze openbreken. We zijn door een rigide onderwijssysteem geperst om vooral een keurig vak te leren. Want zonder diploma was je gedoemd. We hebben tot in den treure gehoord dat we boffen, want ‘tja je hebt de oorlog en de economische crisis niet meegemaakt’. En nu…. nu krijgen we de volgende generatie voor onze kiezen, die …je raad het al….echt verwend en onhandelbaar is: de Milennials, en XYZ of hoe ze ook mogen heten. Herken je dat?

Wij hebben echt wat te stellen met de oude én nieuwe generaties-collega’s. Terwijl dat allemaal heerlijk hun eigen boompjes opzet en verwacht dat iedereen zich aanpast, zijn wij de generatie die er leiding aan moet geven. Er zijn boeken, forums en platformen om generatiekloven te overbruggen en die moeten ons helpen om anderen te ‘handlen’. We passen het wervingsbeleid aan, bouwen onze kantoortuinen om ‘a la google’ en proberen continu te bemiddelen tussen oud en jong. Maar bij het koffie-apparaat kunnen we pas echt even delen wat we daar eigenlijk van vinden. En tijdens de lunchwandeling luchtten we ons hart over hoe moeilijk we dat toch blijven vinden.

Daar zien we dus onze ‘shyness’. In die kleine momenten. Je kunt er zelfs zomaar zelf een onderdeel van zijn. Via trainingen of cultuurpgrogramma’s leggen we in ons beleid onze goede bedoelingen vast. Maar daarna begint het pas. Want het beleid moet in alle grote en kleine beslissingen, in woorden en voorbeeldgedrag terugkomen en dat begint toch vaak bij de leiders in de organisatie. Als zij daarin niet heel consequent hun gedrag en taal afstemmen op wat er bijvoorbeeld bij het koffie-apparaat gebeurd, zal er niets veranderen. Het is wachten op het volgende conflict. Of het volgende cultuurprogramma.

Voel dus juist bij die kleine ontmoetingen met collega’s welke ‘shyness’ bij jouw organisatie of team hoort. Of vraag je af waarover jij je verwonderd als je je collega’s hoort praten. Ga na waar jij met jouw collega’s over praat als het over ‘anderen’ gaat. Bedenk daarna eens rustig wat jij bijdraagt door het te tolereren of er zelf aan bij te dragen. Of zoek een sparringpartner op van buiten je organisatie, om je eigen blinde vlekken bloot te leggen. Er is zoveel dat je kunt doen, maar wat het dan ook is….

Bespreek het nou eens niet in je eigen kringetje.